Afstand der aanplantingen

Sinds 1 september 2021 zijn de afstanden van perceelsgrenzen voor beplantingen terug te vinden in boek 3 “Goederen” in het Burgerlijk Wetboek. Met deze opname wil men komaf maken met de onzekerheid verbonden aan artikel 35 van het Veldwetboek (zoals de vaagheid tussen hoog- of laagstammige bomen).

Vanaf 1 september 2021 geldt slecht één criterium om de afstand voor beplantingen van de perceelsgrens te bepalen: de hoogte van de boom.

  • Wanneer een boom minstens 2 meter hoog is, bedraagt de na te leven afstand 2 meter van de perceelsgrens te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom.
  • Voor alle andere bomen, struiken en hagen bedraagt de afstand 0,5 meter van de perceelsgrens.

De nieuwe rechtsregels zijn van toepassing op bomen, struiken en hagen die vanaf 1 september 2021 zijn of worden geplant. Voor bomen, struiken en hagen geplant vóór 1 september 2021 geldt nog steeds artikel 35 van het Veldwetboek namelijk: de afstand gemeten van midden stam tot eigendomsgrens:

  • Hoogstammige bomen: 2 meter
  • Levende hagen, heesters, enz: 50 centimeter

Voor geschillen tussen buren kan er een verzoeningspoging opgestart worden bij de Vrederechter. De nabuur kan de rooiing eisen van bomen, hagen heesters en struiken die op een kortere afstand geplant zijn dan de wet bepaalt. Degene over wiens eigendom takken van bomen van een nabuur hangen, kan de nabuur noodzaken die takken af te snijden. Degene op wiens erf wortels doorschieten, mag ze aldaar zelf weghakken. Het recht om wortels weg te hakken of de takken te doen afsnijden verjaart niet.

De nieuwe reglementering betreft normaal ook de grens tussen private grond en het openbaar domein, echter is hier een beroepsprocedure tot gedeeltelijke nietigverklaring lopende. Reden is dat door de wetgevende ingreep het (toekomstig) openbaar groen op vele plaatsen dreigt te verdwijnen. Nog even wachten op duidelijk hieromtrent…