De ouders mogen vrij een voornaam voor hun kind kiezen. Het moet wel om een bestaande voornaam gaan.
Wanneer gekozen wordt voor een niet-gangbare voornaam kan gevraagd worden te bewijzen dat de naam werkelijk bestaat.
Dergelijk bewijs kan bijvoorbeeld een verklaring zijn van de Ambassade in Belgie van het land waar de naam gebruikelijk is.
De ambtenaar van de burgerlijke stand mag evenwel in de geboorteakte geen voornamen opnemen die aanleiding geven tot verwarring of het kind of derden kunnen schaden. (art. 1 wet 15 mei 1987).
De beoordeling van de ambtenaar van de burgelijke stand wordt beperkt door de mogelijkheid van de ouders om in beroep te gaan bij de rechtbank van eerste aanleg. Bovendien is de procureur des Konings verplicht jaarlijks de registers na te zien en kan hij bij deze gelegenheid ook beroep instellen tegen ten onrechte ingeschreven voornamen.
Tip: raadpleeg enige tijd voor de geboorte de dienst burgerlijke stand. Dat voorkomt moeilijkheden bij de geboorteaangifte.